Fietscentrum Bus, al 90 jaar een begrip in de wijk

Door Hiddo Zuiderweg

Midden in de crisis, op 1 juli 1933, startte Roelf Bus zijn fietsenreparatie- en verkoopwinkel aan de Korreweg. 90 Jaar later bestaat het bedrijf nog steeds. Zijn kleinzoon Roelof is alweer ruim 40 jaar in het bedrijf actief, nog steeds op dezelfde plek aan de Korreweg 157. Het jubileum wordt bescheiden gevierd. Bij elke aankoop of reparatie van een fiets krijgt de klant 10% korting en een leuke aardigheid. Wat bezielde Bus om in moeilijke tijden een eigen winkel te beginnen? Notabene in een wijk die bij lange nog niet afgebouwd was, aan de noordzijde van de Korreweg stond alleen de Sionskerk. Hij heeft waarschijnlijk een conflict gehad met Batavus, waar hij vertegenwoordiger was en besloot toen op eigen benen te gaan staan. Zijn leven lang weigerde hij Batavusfietsen te verkopen. Het was lang niet altijd makkelijk om in de beginjaren een goede boterham te verdienen, in de crisisjaren betaalden veel mensen op de pof. Daarom heeft Bus naast fietsen ook in verloop van de tijd kolen- en gaskachels verkocht en geïnstalleerd. Vooral de jaren 60 en 70, toen in Nederland de omslag naar gasverwarming werd gemaakt, waren gouden tijden.

In 1967 nam zijn zoon de zaak over. Deze was gek van bromfietsen, die vanaf toen ook werden verkocht. Nadat diens zoon, Roelof, in de zaak kwam werken, vanaf 1981, zijn die langzamerhand afgestoten. In 1987 nam hij de zaak compleet over. Zijn vader was een fanatieke handelaar. Zo nam hij eens een compleet magazijn over van iemand uit Friesland. Ruimte in de zaak was er te weinig. Een deel van de fietsen kwam in de slaapkamer van Roelof (ze woonden boven de zaak) aan de zolder te hangen.

Fietsenhandelaar en reparateur is een vrij beroep. Dat is een reden dat er in de stad, en ook in onze wijk, vele fietsenzaken zijn. Je moet je dus onderscheiden. Bus doet dat onder meer door slechts fietsen van een merk, Pointer. Volgens hem een degelijk merk dat niet gauw kuren vertoont. Wel repareert hij fietsen van alle merken. Daarnaast is de winkel ook een ontmoetingsplaats. Veel klanten, het merendeel uit de wijk, maar ook mensen uit andere wijken, of zelfs van buiten de stad, komen langs voor een praatje en drinken een kopje koffie.

Uiteraard heeft hij last van de coronapandemie gehad, maar minder dan de meeste mensen. Omdat Bus met zijn partner Janneke Moesker, die veel administratie rondom de zaak doet, boven de winkel woont, veranderde er niet heel veel. Er mocht weliswaar niets verkocht worden, maar als een fiets gerepareerd moest worden, kon je er bijvoorbeeld al snel een fietstas op zetten. Mensen konden niet veel, maar wel buiten fietsen. Bovendien was het mooi weer in de 1e lockdown. Dat leverde veel reparatiewerk op en daarna ook de nodige verkoop. Bus verkoopt zowel elektrische als gewone fietsen, maar de nadruk ligt op het tweede. Het merendeel van de mensen die elektrisch willen fietsen, heeft inmiddels een exemplaar, bovendien hebben mensen in deze tijd wat minder te besteden, dus is het makkelijker om een gewone fiets te verkopen. 

Bus vindt het jammer dat hij geen natuurlijke opvolger heeft. Hij is nu begin 60 en begint over zijn pensioen na te denken. Het liefst willen ze de zaak op termijn verkopen. Hopelijk blijft het een fietsenzaak. Hij is bereid een jaartje de nieuwe eigenaar van advies te voorzien en af en toe langs te komen. Omdat de zaak een begrip in de wijk is, kan de naam misschien behouden blijven.

Of de zaak de 100 haalt, is dus allerminst zeker, maar 90 jaar is een mooie aanleiding voor feestje.